10 tips over een kind krijgen en je geldzaken

door | sep 8, 2020 | Particulier

Het krijgen van een kind heeft ook financiële gevolgen. Lees de 10 tips over geldzaken die je moet checken bij gezinsuitbreiding.

1. Hou rekening met extra kosten

Het krijgen en opvoeden van kinderen kost geld. Denk bijvoorbeeld aan de eenmalige kosten voor het inrichten van de babykamer, maar ook aan doorlopende kosten: van luiers, kinderopvang, meer boodschappen, hoger energie- en waterverbruik, vakanties, oppas, tot school- en studiekosten. Mogelijk dalen je inkomsten doordat jullie minder gaan werken. Maak een overzicht van je inkomsten en (verwachte) uitgaven.

2. Vraag kinderbijslag aan

Elke ouder heeft recht op kinderbijslag. Kort na de geboorteaangifte van je kind bij de burgerlijke stand krijg je bericht van de Sociale Verzekeringsbank. Via de website van de Sociale Verzekeringsbank vraag je kinderbijslag aan. Tot je kind 18 jaar is, ontvang je elk kwartaal kinderbijslag.

3. Ga na of je kindgebonden budget krijgt

Gezinnen tot een bepaald inkomen krijgen van de overheid een extra tegemoetkoming in de kosten: het kindgebonden budget. Dit is afhankelijk van het aantal kinderen, de leeftijd van de kinderen en het inkomen van de ouders. Let op: het gaat om het inkomen na aftrekposten, zoals de hypotheekrenteaftrek. Lees meer over toeslagen op de website van de Belastingdienst.

4. Kinderopvang en peuterspeelzaal en kinderopvangtoeslag

Als je kind naar een geregistreerde kinderopvang gaat, heb je misschien recht op kinderopvangtoeslag. Dit is een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang. Hoeveel toeslag je krijgt hangt af van je inkomen (na aftrekposten) en het aantal kinderen dat naar de opvang gaat. Sinds 2018 heb je ook recht op kinderopvangtoeslag als je kind naar een peuterspeelzaal gaat.

5. Check je andere toeslagen

Waren jij en je partner nog niet elkaars toeslagpartner? Dan zijn jullie dat wel vanaf de geboorte van jullie kind. Dit kan gevolgen hebben voor de hoogte van je toeslagen zoals de zorgtoeslag en de huurtoeslag. Pas in dat geval je toeslagen aan. Zo voorkom je dat je later een groot deel van je toeslagen moet terugbetalen.

6. Kijk naar de regeling voor zwangerschapsverlof

Als je als moeder werkt voor een werkgever dan heb je in principe recht op betaald zwangerschaps- en bevallingsverlof van minimaal 16 weken. Krijg je een uitkering van het UWV, dan heb je recht op een zwangerschapsuitkering. Zelfstandig ondernemers kunnen ook een uitkering krijgen van het UWV. Vraag de zwangerschapsuitkering altijd minimaal drie weken voor de gewenste ingangsdatum aan.

7. Bekijk de regeling voor ouderschapsverlof

Als werkende ouder heb je recht om tijdelijk minder te werken en tijd te besteden aan de zorg voor je kinderen. Dit heet ouderschapsverlof. Je kunt het verlof opnemen totdat een kind 8 jaar wordt. De uren die je aan verlof opneemt, krijg je niet doorbetaald tenzij er andere afspraken zijn gemaakt met je werkgever. Je pensioenopbouw loopt soms wel volledig door als je ouderschapsverlof opneemt. Dit hangt af van je pensioenregeling. Je houdt met ouderschapsverlof hetzelfde aantal contracturen. Hierdoor kun je na je verlof weer terug naar het aantal uren dat je werkte voordat je het verlof opnam.

8. (Aanvullend) geboorteverlof voor partners

Sinds 1 januari 2019 hebben partners die in loondienst werken recht op 1 week geboorteverlof. Tijdens deze periode betaalt de werkgever het loon door. De partner kan het verlof zelf indelen maar moet het wel binnen 4 weken na de geboorte opnemen.
Sinds 1 juli 2020 bestaat het aanvullend geboorteverlof voor partners. Dit verlof duurt 5 weken. De partner ontvangt tijdens deze 5 weken een uitkering van het UWV. De partner moet dit verlof binnen 6 maanden na de geboorte opnemen.

9. Check je verzekeringen

Geef de komst van je kind zo snel mogelijk door aan je verzekeraars. Kijk naar de volgende verzekeringen:

  • Zorgverzekering
  • Aansprakelijkheidsverzekering
  • Rechtsbijstandverzekering
  • Reisverzekering
  • Levensverzekering
  • Uitvaartverzekering
  • Ongevallenverzekering

10. Sparen voor je kinderen

Ouders en grootouders kunnen (klein)kinderen geld schenken, bijvoorbeeld om te sparen voor een studie. Ouders kunnen in 2020 hun kind onbelast €5.515 onbelast schenken. Grootouders mogen kleinkinderen dit jaar onbelast €2.208 schenken. Je (klein)kind moet schenkbelasting betalen als je een hoger bedrag schenkt. De hoogte van de schenkbelasting hangt af van hoeveel je kind krijgt en wie schenkt.
Het vermogen van minderjarige kinderen tel je op bij jouw vermogen. Misschien moet je er vermogensbelasting over betalen.
Aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar mag je eenmalig een groot bedrag schenken zonder dat zij schenkingsbelasting betalen.

Spaarrekening op naam van je kind of niet?

Veel banken hebben een speciale spaarrekening voor kinderen, zoals de Zilvervloot rekening bij de RegioBank. De rente is vaak wat hoger. Soms heeft een spaarrekening voor kinderen beperkende voorwaarden. Je mag het geld niet zo maar opnemen. Of je moet een bepaald bedrag per maand of jaar storten op de rekening. Bekijk de voorwaarden voor je een spaarrekening voor kinderen opent.
Ook belangrijk: als een kind 18 wordt, mag een ouder niet meer aan het geld komen. Je kunt ook op je eigen naam een spaarrekening openen en op die rekening sparen. Zodra je kind 18 wordt, kun je elk jaar een bedrag schenken. Bekijk hier hoe schenken aan je kind gaat. Of vraag ons naar de mogelijkheden bij de RegioBank.

Bron: Wijzer in geldzaken