Onduidelijk schadeformulier: ASR-verzekerde krijgt schadevrije jaren niet terug
Duidelijkheid bij het invullen van het schadeformulier na een aanrijding is belangrijk, ook twee weken erna. Dat blijkt uit een recente uitspraak van Kifid, waarbij een man vergeefs protesteerde tegen het besluit van ASR om 100% aansprakelijkheid te erkennen en de man vijf schadevrije jaren te ontnemen. Hij krijgt wel alsnog de helft van de schade vergoed.
De klant had via zijn adviseur bij ASR een WA- en beperkt-cascoverzekering gesloten. In maart 2018 krijgt hij een aanrijding waarbij zowel zijn auto als die van de tegenpartij schade oploopt. Hij vult met de vrouw een schadeaangifteformulier in. Daarop staat dat de man aan het inhalen was en dat de vrouw, die op een andere rijstrook in dezelfde richting reed, tijdens die manoeuvre zacht reed. Na het invoegen is de aanrijding ontstaan. Twee weken later neemt de vrouw contact op: ze heeft zich bedacht en wil nogmaals het schadeformulier invullen. Daarop komt nu te staan: Voertuig B (de vrouw, red.) rijdt langzaam/zacht en rijdt terwijl voertuig A (de man, red.) inhaalt.” Op de achterkant vult de vrouw in, op de vraag wie volgens haar aansprakelijk is: “Tegenpartij, dacht dat ik te zacht reed en probeerde mij in te halen. Maar heeft het verkeerd ingeschat (file).”
Wegrijden uit stilstand
ASR erkent 100% aansprakelijkheid. De man krijgt de schade aan zijn auto niet vergoed, verliest vijf schadevrije jaren en krijgt daardoor een hogere premie aan de broek. Dat vindt hij niet acceptabel: hij dient een klacht in tegen zowel ASR als zijn adviseur. Bij Kifid vraagt de klant om het alsnog vergoeden van de schade (€ 2.273,05) door ASR. Hij wil ook dat de erkenning van aansprakelijkheid wordt ingetrokken en dat de premieverhoging wordt teruggedraaid. ASR heeft op basis van het tweede formulier aansprakelijkheid erkend en de schade vergoed zonder overleg met hem en zonder eerder aangekondigde nadere informatie af te wachten, betoogt hij. Op basis van het eerste – en volgens hem juiste – formulier zou de aansprakelijkheid nooit zijn erkend. Hij brengt in de strijd dat de auto van de vrouw eerst stilstond, bij het wegrijden geen voorrang aan hem verleende én haar richtingaanwijzer niet gebruikte.
Niet gecontroleerd
Op het tweede formulier is voor de vrouw belastende informatie weggelaten, betoogt de man. Ze heeft hem verteld dat haar verzekeraar het eerste schadeformulier niet duidelijk vond. De man dacht dat het allemaal duidelijker opgeschreven moest worden en heeft zonder te controleren het formulier ondertekend. Hij heeft niet gezien dat de toedracht was gewijzigd. Daardoor heeft ASR bij het erkennen van aansprakelijkheid gedwaald door het bedrog van de vrouw, stelt de man. Die heeft een schikkingsvoorstel van ASR geweigerd. de man heeft bij zijn adviseur gemeld dat hij de vrouw aansprakelijk zou stellen en doet een tegenvoorstel: vergoeding van de helft van zijn schade, terugdraaien van de premieverhoging en het in kracht herstellen van de schadevrije jaren.
50% vergoeding
Volgens ASR is er weinig verschil tussen de twee formulieren: alleen de opmerking over de verkeerde inschatting van de man is anders. Een voorstel aan de verzekeraar van de vrouw om de schade op 50/50-basis af te wikkelen is afgewezen. De gevolmachtigde van ASR heeft de tussenpersoon laten weten 100% aansprakelijkheid te erkennen en daarop geen reactie ontvangen. Op basis van het eerste formulier lag afwijzing van aansprakelijkheid niet voor de hand, omdat de man aan het inhalen was en daarmee een bijzondere manoeuvre uitvoerde. Dat de vrouw uit stilstand vertrok, stond ook op dat eerste formulier niet vermeld. ASR wil de schade voor 50% vergoeden en de terugval in schadevrije jaren alleen compenseren als de man de helft van de schade van de vrouw betaalt. Bepalend is dat de man inhaalde en de vrouw reed, aldus ASR. Of er wel of geen file was, maakt de feiten niet anders.
Oordeel Kifid
De vraag is of ASR heeft kunnen stellen dat de man medeaansprakelijk is, stelt de geschillencommissie. De verzekeraar moet de schade zelfstandig en actief met de wederpartij regelen, is het uitgangspunt. “Daarbij heeft verzekeraar een behoorlijke mate van vrijheid. Wel moet verzekeraar zich op een redelijke manier inspannen voor de bescherming van de belangen van consument bij de vaststelling van de mate van diens (wettelijke) aansprakelijkheid.” ASR nam een redelijk standpunt in door te stellen dat uit het eerste schadeformulier niet blijkt dat de vrouw uit stilstand is gaan rijden en zonder richting aan te geven. 50% aansprakelijkheid is op basis daarvan redelijk, oordeelt Kifid.
Dat ASR ten onrechte aansprakelijkheid heeft erkend, verwerpt de geschillencommissie. Op het bericht van de gevolmachtigde is geen reactie gekomen en de man heeft niet aannemelijk kunnen maken dat zijn tussenpersoon de gevolmachtigde tijdig heeft geïnformeerd dat hij de vrouw aansprakelijk zou stellen en dat de jurist hierover nog een brief zou sturen. De klacht wordt ongegrond verklaard, besluit Kifid zijn niet-bindend advies.
Uitspraak: 2020-174
Bron: Amweb